Over het automatiseren van het bunkerproces
Werkzaamheden die eerst handmatig werden uitgevoerd, worden steeds vaker overgenomen door machines of computers. Door onze processen te automatiseren, wordt het werk een stuk makkelijker – en maken we van AVR een toekomstbestendig bedrijf. Het project bunkerkranen in Rozenburg is daar een mooi voorbeeld van. Teamleider Reliability Engineering Teun Kalle en kraanmachinist Ben Manintveld zijn nauw betrokken bij het project, en leggen uit waarom zij denken dat het automatiseren van het bunkerproces voor zowel AVR als de medewerkers een hele verbetering is.
We vergeten soms hoe ons werk door de tijd heen al geautomatiseerd is en daardoor veranderd en verbeterd is. Vroeger zaten de collega’s op de kraan zelf boven de stortbunker en vervoerden ze het vuil naar de ovens. Zij zaten in een omgeving met veel lawaai, stof en trillingen veroorzaakt door het rijden met de kraan. Tegenwoordig worden deze kranen op afstand bediend door kraanmachinisten. Het werk is daardoor een stuk minder belastend en makkelijker geworden. Met het project bunkerkranen gaat AVR nog een stap verder.
De drie bunkerkranen in Rozenburg staan er sinds 2007 en hebben hun beste tijd gehad. Niet alleen wordt de installatie vervangen, maar de kranen worden ook gemoderniseerd op het gebied van bediening en elektronica. De nieuwe kranen kunnen volledig geautomatiseerd werken – ze hoeven niet meer continu bediend te worden. Teun is projectleider vanuit automatisering: “Het primaire doel was simpelweg het vervangen van de besturing van de kranen. Maar omdat we altijd verbeteringen proberen door te voeren, hebben we meteen gekeken hoe het proces zelf geoptimaliseerd kon worden door delen ervan te automatiseren. En daar komt de kennis en ervaring van de afdeling LMT- Procesautomatisering om de hoek kijken.”
Teun Kalle (links) & Ben Manintveld (rechts)
Niet over één nacht ijs
In 2020 al ging het project van start. Eerst werd in kaart gebracht wat er precies moest gebeuren, welke procesverbeteringen nodig en mogelijk waren en wat ze betekenden voor de manier van werken van collega’s. Met als belangrijke voorwaarde: AVR moet weer een tijd vooruit kunnen met deze vernieuwingen. Teun: “We hebben met verschillende marktpartijen gesproken over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van bunkerkranen en -processen, een kijkje genomen bij andere bedrijven die ook werken met deze kranen en natuurlijk onze eigen wensen en eisen in kaart gebracht. Daarbij hebben we samengewerkt met verschillende collega’s van de afdelingen Productie en Plant Performance.”
Ook de werkplek van de kraanmachinisten speelde een grote rol binnen het project. Die voldeed niet meer aan de ergonomische standaarden. Ben weet daar alles van: “We zitten lang stil, dus dan is een goede werkplek van groot belang. Vanuit de verschillende ploegen zijn collega’s aangehaakt die mee mochten denken. De nieuwe werkplek is ingericht naar de wensen van de kraanmachinisten. De stoel is voor iedereen op maat aan te passen. Een hele verbetering.”
Het blijft mensenwerk
“Aan de ene kant verhogen we de benuttingsgraad en aan de andere kant reduceren we de onderhoudskosten,” legt Teun uit. “We kunnen het proces beter bewaken en besturen. Daardoor kunnen we veiliger en efficiënter wer- ken en neemt de kans op fouten af. Kort gezegd worden de verschillende afvalstromen nog beter gemengd. Dat heeft invloed op de doorzet en we besparen energie en grondstoffen.”
‘Ook met de nieuwe bunkerkranen hebben we alle collega’s nodig’
De investering levert AVR dus veel op. Maar hoe kijken de mensen die met de kranen en de systemen moeten werken naar de veranderingen? Volgens Ben en Teun blijven de werkzaamheden grotendeels hetzelfde, het is vooral de manier van werken die verandert. Teun: “Bij automatiseren wordt vaak gedacht dat mensen niet meer nodig zijn. Maar daar is geen sprake van. Ook met de nieuwe bunkerkranen hebben we alle collega’s nodig. Het is en blijft immers deels mensenwerk, je kunt niet voor 100% op systemen vertrouwen – en dat willen we ook niet. De kranen moeten in de gaten worden gehouden en kunnen niet alles automatisch oppakken. Slib en stof blijven bijvoorbeeld liggen. En ook storingen moeten worden opgelost. Het werk wordt misschien juist wel leuker door deze veranderingen. Er is meer tijd voor andere werkzaamheden. Operators krijgen niet meer continu allerlei meldingen, maar kunnen zich focussen op de belangrijkste waarschuwingen.”
Stapje voor stapje
De nieuwe kranen worden niet van de ene op de andere dag geautomatiseerd. Het aankomende jaar worden de 13 drie kranen een voor een vervangen. Het nieuwe systeem moet eerst uitvoerig worden getest. “Het is nu wel een beetje gedoe hoor,” zegt Ben. “We zitten in een overgangsfase, er lopen allemaal mensen rond en er is geluidsoverlast door de werkzaamheden.” Deze overgangsfase is belangrijk, vertelt Teun. “We hebben te maken met heel veel variabelen, zoals de juiste mix van huishoudelijk en bedrijfsafval. Die moeten allemaal ingevoerd worden in het systeem. We beginnen daarom met één kraan. We kijken hoe het gaat, leren ervan, halen de fouten eruit en zorgen ervoor dat het een slim systeem wordt. Zo gaan we stapje voor stapje automatiseren.”
Ben ziet de veranderingen met vertrouwen tegemoet. “Het is een verbetering voor zowel het proces als de collega’s. Natuurlijk is het wel wennen. We zijn misschien niet allemaal even handig met computers, maar ik denk niet dat het veel problemen op zal leveren. Doordat meer hande- lingen geautomatiseerd worden, kunnen wij, degenen die de kranen bedienen, bijvoorbeeld gewoon pauze houden of elkaar rustig aflossen. Het bunkerproces gaat immers door. Het stopt niet als wij even niet op onze plek zitten. Ik ben niet zo bang dat ons werk enorm verandert. Laten we eerst kijken hoe het gaat en ervaren hoe de nieuwe kranen werken. Dan pas kunnen we echt oordelen.”